Werkzaamheidsgraad (20-64 jaar), totaal en naar man/vrouw
De werkzaamheidsgraad wordt berekend als het aandeel werkenden in de bevolking op arbeidsleeftijd (20-64 jaar). De werkenden bestaan uit alle personen die in de referentieperiode betaalde arbeid verricht hebben. Bij de totale bevolking (20-64 jaar) maakt men een onderscheid tussen de niet-beroepsactieve bevolking en de beroepsbevolking op arbeidsleeftijd. De niet-beroepsactieve bevolking bestaat uit die personen die niet werken, niet beschikbaar zijn voor een job en/of niet actief op zoek zijn naar een job. De beroepsbevolking bestaat uit diegenen die aan het werk zijn (werkenden) en zij die beschikbaar zijn voor een job en actief op zoek naar werk (niet-werkende werkzoekenden).
Aantal werkenden (15-64 jaar), totaal en naar man/vrouw
Bevolking op arbeidsleeftijd (20-64 jaar), totaal en naar man/vrouw
Teller/noemer * 100
Er is geen basisstatistiek over het totaal aantal werkenden op gemeentelijk niveau beschikbaar; het betreft dus steeds een geconstrueerde statistiek op basis van verschillende bronnen. Vanaf het jaar 2003 gebeurt de raming in het kader van de Vlaamse Arbeidsrekening die het Steunpunt Werk ontwikkelt in samenwerking met het Departement WSE. De werkenden worden berekend als de som van de loontrekkenden, de zelfstandigen en de helpers. Bij de berekening van het aantal werkenden wordt wel geen rekening gehouden met terbeschikkinggestelde leerkrachten, zeelieden, huishoudpersoneel, zwartwerk en werknemers bij internationale instellingen. De totale bevolking wordt becijferd op basis van de statistieken van Statbel.