Huishoudens volgens LIPRO typologie
Aantal private huishoudens (personen ingeschreven op eenzelfde hoofdverblijfplaats) per gemeente, op 1 januari van het observatiejaar, naar type. Er worden 7 types van private huishoudens onderscheiden: 1. Alleenwonende (1-persoonshuishouden met een referentiepersoon van 15 jaar of ouder); 2. Gehuwd paar zonder thuiswonend kind (+ eventueel inwonende andere personen); 3. Gehuwd paar met thuiswonend(e) kind(eren) (+ eventueel inwonende andere personen); 4. Ongehuwd paar zonder thuiswonend kind (+ eventueel inwonende andere personen); 5. Ongehuwd paar met thuiswonend(e) kind(eren) (+ eventueel inwonende andere personen); 6. Alleenstaande ouder (+ eventueel inwonende andere personen); 7. Ander type huishouden. Deze categorie omvat alle huishoudens die niet zijn opgenomen in de voorgaande types zoals samenwonende broers/zussen, vrienden, ...Onder huishouden verstaat men alle personen die gewoonlijk eenzelfde woning betrekken en er samen leven. Een huishouden bestaat ofwel uit een persoon die gewoonlijk alleen leeft, ofwel uit twee of meer personen die al dan niet door verwantschap aan elkaar verbonden zijn.” Onder collectief huishouden wordt verstaan: religieuze gemeenschappen, rusthuizen, weeshuizen, studenten- en werkliedenhuizen, ziekenhuizen en gevangenissen. In collectieve huishoudens is er geen referentiepersoon. De bepaling van een referentiepersoon binnen het huishouden is noodzakelijk om elk lid binnen het huishouden te situeren (verwantschapsband) In principe zou als referentiepersoon best dat lid van het huishouden genomen worden dat werkelijk de zaken van het huishouden behartigt of voor het grootste deel van de bestaansmiddelen ervan zorgt. In werkelijkheid is de referentiepersoon echter de persoon die het huishouden vertegenwoordigt bij de contacten met de overheid.”
Totaal aantal huishoudens per type
Het gaat dus om de wettelijke situatie (ingeschreven op hoofdverblijfplaats) van de personen. Die situatie kan afwijken van de feitelijke situatie. Zo wonen sommige jongeren bijvoorbeeld alleen of ongehuwd samen maar blijven bij de ouders gedomicilieerd. Huishoudens worden opgedeeld in private en collectieve huishoudens. Onder collectief huishouden wordt verstaan: religieuze gemeenschappen, rusthuizen, weeshuizen, studenten- en werkliedenhuizen, ziekenhuizen en gevangenissen (bepaling AD Statistiek). In deze tabellen is er enkel sprake van private huishoudens. Het gaat om de huishoudens van de volledige bevolking “de jure”. Dit is de bevolking zoals geregistreerd in de registers van de burgerlijke stand van de gemeenten. Het is de som van het bevolkingsregister (Belgen woonachtig in een Belgische gemeente + vreemdelingen met permanente verblijfsvergunning), het vreemdelingenregister (vreemdelingen met een tijdelijke verblijfsvergunning), het register van ambtenaren van de Europese Unie en het register van geprivilegieerde vreemdelingen van de NATO of van SHAPE. Asielzoekers die ingeschreven zijn in het wachtregister horen NIET bij de bevolking “de jure” en zijn dus niet meegeteld in deze cijfers. Worden eveneens niet meegeteld in de bevolking: Belgen in het buitenland (ingeschreven in de consulaire registers van de diplomatieke zendingen en consulaire posten in het buitenland) en ambassadepersoneel en gevolg want zij zijn vrijgesteld. Sinds 2015 verwerkt en publiceert de AD Statistiek zelf de huishoudens naar type. Er bestaan lichte verschillen tussen de tabellen van Statistiek Vlaanderen en de tabellen die de AD Statistiek publiceert hoewel beide instellingen dezelfde brongegevens gebruiken. Het verschil tussen beide berekeningswijzen zit in de afbakening van de ongehuwd samenwonenden. De AD Statistiek bekomt iets minder “ongehuwde paren zonder kinderen” en iets meer “ander type huishoudens” dan Statitiek Vlaanderen; voor de overige types huishoudens worden er geen verschillen gevonden. We behouden voorlopig de reeksen van Statistiek Vlaanderen omdat die teruggaan in de tijd tot 1990.